De gezondheidszorg in Nederland kent een traditie van hoogwaardige zorg. Professionals hebben altijd een grote autonomie gekend in het geven van deze zorg en hechten daar ook aan. Zij voelen zich enorm verantwoordelijk voor hun patiënten en cliënten. Tegelijkertijd staat deze zorg onder druk vanwege bezuinigingen, hoge werkdruk en toenemende regelgeving. Daarnaast kent de gezondheidszorg allerlei samenwerkingsverbanden, zoals ketenzorgpartners, maatschappen van zelfstandig werkende professionals en belangenorganisaties, die naast een gezamenlijk belang ook ieder een eigen belang nastreven.

In dit spanningsveld zijn conflicten niet te vermijden, maar zij worden vaak niet als conflict (h)erkend. Bij onvoldoende communicatie ontstaan ziekteverzuim, ondoelmatigheid in de zorg, onvrede of zelfs beëindiging van samenwerkingsrelaties met alle schadelijke gevolgen van dien.

Bovendien hebben professionals in de gezondheidszorg een beroep waarin gevoelens een belangrijke rol spelen. Zorgverleners richten zich voornamelijk op gevoelens van zorgvragers en staan daardoor onvoldoende stil bij hun eigen emoties. Conflicten zijn echter vaak terug te voeren op persoonlijke gevoeligheden die zich vervolgens vertalen in concrete, tastbare problemen. Op zo’n moment wordt een situatie pas als conflict beleefd. Helaas ervaren betrokkenen de situaties dan al zo als “vastgedraaid” dat ze vaak geen kans meer zien om er nog samen uit te komen.

VMG leden weten dat (tijdige) interventie veel onnodig leed door conflicten kan voorkomen.